Geregeld krijg ik van cliënten het verzoek te reageren op voornemens tot het openbaar maken van stukken welke betrekking hebben op de bedrijfsvoering van hun bedrijf. Dit in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) Vaak gaat het om Wob-verzoeken van derden zoals milieuorganisaties, of stichtingen en belangengroeperingen waarin omwonenden zich hebben verenigd. Die verzoeken zijn gericht aan de desbetreffende gemeente, omgevingsdienst of bijvoorbeeld een organisatie als de NVWA.

Waar op te letten?
Het is van belang altijd goed te kijken naar de inhoud van het feitelijke verzoek, om welke informatie wordt er verzocht? Deze informatie is altijd bij het voornemen gevoegd en geregeld blijkt dat de bevoegde instantie meer of andere informatie verstrekt, dan waar het verzoek daadwerkelijk op ziet. Wijs hier in de zienswijze als reactie op het voornemen op wanneer dat zich dat voordoet.

Nog belangrijker is dat de stukken die worden verstrekt ook worden gecontroleerd op NAW-gegevens en andere (persoonlijke) contactgegevens. En natuurlijk bedrijfsspecifieke informatie waarvan het bedrijf niet wil dat deze openbaar wordt, om diverse redenen.

Mogelijkheden om openbaarmaking tegen te gaan
De Wob geeft maar enkele mogelijkheden om openbaarmaking tegen te gaan. Ik beperk me tot de gronden die ik regelmatig aanvoer ingeval van Wob-verzoeken.

In artikel 10 van de wet zijn deze gevallen opgenomen. In lid 1 van dit artikel is onder meer bepaald dat het verstrekken van gegevens als gevolg van een Wob-verzoek achterweg blijft, indien het:

  • bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
  • persoonsgegevens betreft als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 87 van de Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt

In lid 2 is onder meer nog bepaald dat dat het verstrekken van informatie ingevolge de Wob eveneens achterwege blijft voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

  • inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
  • de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
  • het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

Op zich komt dit logisch voor, maar feit is dat het bestuursorgaan, dat voornemens is de informatie te verstrekken, veelal niet, of onvoldoende, in staat is te beoordelen wat onder bijvoorbeeld bedrijfs- en fabricagegegevens valt. Nog los van het feit dat ik in veel gevallen zie dat het juist op het vlak van persoonsgegevens mis gaat ten aanzien van documenten waarvan men voornemens is deze openbaar te maken. Screen dus altijd alle stukken!

Geregeld zijn ook in bepaalde rapporten of stukken zoals e- mailberichten gegevens van medewerkers opgenomen, welke niet openbaar dienen te worden gemaakt. Omwille van privacy en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Ook omdat bij de personen waar het om gaat een gevoel van onveiligheid kan ontstaan als gevolg van bepaalde groeperingen die een Wob-verzoek indienen. Ik ontkom er niet aan hier specifiek te duiden dat er geregeld sprake is van een bepaalde mate van activisme, zeker als het gaat om bijvoorbeeld het opfokken dan wel houden/vervoeren/slachten van dieren of mestverwerking.

Milieu-informatie
Ingeval van een verzoek om openbaarmaking van specifieke milieu-informatie, dient het bestuursorgaan de gevraagde informatie te verschaffen. Ook dat is bepaald in de Wob. Zelfs als het om de hierboven reeds genoemde vertrouwelijke bedrijfs-en fabricagegegevens gaat. Het gaat dan specifiek om uitstoot van stoffen. Maar het luistert nauw wat daar wel en niet onder valt.

Procedure
Normaliter wordt het bedrijf/de persoon die het Wob-verzoek aangaat gekend in het voornemen tot verstrekking, met inbegrip van de stukken die het betreft. Je hebt dan twee weken de tijd om een zienswijze in te dienen

Vervolgens schrijft de Wob voor dat, indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, de informatie wordt verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daar tegen heeft. In dat geval wordt de informatie niet eerder verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. Dat geeft dan nog de tijd om bezwaar én een verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen en openbaarmaking tegen te gaan. Dus ná het voornemen en de eventuele zienswijze daartegen.

Advies
Het is van belang kritisch te zijn wanneer een voornemen wordt ontvangen welk inhoudt dat er bedrijfsinformatie wordt verstrekt in het kader van de Wob. Het gaat vaak om veel documenten, dat laat onverlet dat het zinvol is zeer kritisch te kijken naar wat er in die stukken staat. Om vervolgens middels een zienswijze te reageren. En indien onverhoopt noodzakelijk, een vervolgprocedure.

Het verkrijgen van inzicht middels de Wob is een groot goed, verankerd in de wet, doch dat betekent niet dat het bedrijf/persoon die het aangaat alle informatie vrij hoeft te geven. Wees daar alert op!

Vragen, opmerkingen, rechtshulp nodig?

Rob Scholten
De Bestuursrechtjurist
juli 2019